Koele kerst

Een modern kerstverhaal

Het was 25 december. Jaap kwam uit bed met een vreemd gevoel. Hij had raar gedroomd, maar zoals altijd was hij zijn droom vergeten zodra hij wakker was. Jaap liep naar de badkamer en knipte het licht aan. Het bleef donker. Hm, zeker een lamp kapot, dacht Jaap. Hij draaide de luxaflex open. Een bleek decemberzonnetje verlichtte de rijp op de bomen. Geen witte kerst, maar toch een sprookjesachtig gezicht. Brrr, wat was het koud. De ijsbloemen stonden op de ramen.

Jaap trok zijn pyjama uit en draaide de kraan van de douche open. Een miezerig straaltje ging over in gedruppel. Waterleiding bevroren, spookte het door zijn hoofd. Was dat mogelijk? Had het zo hard gevroren? Jaap trok zijn pyjama weer aan en deed sokken en een ochtendjas aan. Beneden keek hij op de thermostaat. De display was blanco. Het licht beneden deed het ook niet. Geen stroom? Hij draaide de kraan in de keuken open. Ook hier geen water.

Zijn laptop had tenminste een accu. Even op twitter kijken of er een stroomstoring is. Maar ook internet deed het niet. Ach natuurlijk, dacht Jaap, als ik geen stroom heb, staan de kabelmodem en de router ook uit. Gelukkig had hij net vorige maand zijn nieuwe smartphone aangeschaft. Daar zat ook internet op. Maar het Vodafone netwerk was ook down. Hij kon niet eens meer bellen.

Jaap plofte neer op de bank. Geen stroom, geen water, geen verwarming, geen internet. Dat moest op de een of andere manier met elkaar samenhangen. Wacht, hij kon het gasfornuis aanzetten. Dan kon hij het in de keuken een beetje warm maken. En waar lag die transistorradio ook weer? De regionale zender zou wel iets melden over de stroomstoring. Eerst maar iets warmers aantrekken. En iets eten.

Het fornuis bleef stil toen Jaap het gas open draaide. Ook geen gas? Hoe kon alles nou tegelijkertijd uitvallen? Dat gebeurde nooit. Hij opende de vaatwasser om een bord te pakken. Het apparaat had zijn programma niet afgemaakt en de borden waren vettig en nat. Hij pakte een bord om het af te spoelen onder de hete kraan, maar die deed het natuurlijk ook niet. Jaap pakte de kaas uit de donkere koelkast en smeerde een boterham. Eerst die radio maar eens opzoeken. Gelukkig, die lag tenminste gewoon waar hij hoorde te liggen, in de doos met oude apparaten op zolder. En de batterijen deden het ook nog. Jaap draaide aan de afstemknop. Geruis klonk uit de luidspreker. Geen zender te vinden, op de hele band. Of wacht, daar was er toch een, met veel storing en in een taal die hij niet verstond. Daar had hij niet veel aan.

Jaap zette de radio uit. Hij moest de batterijen sparen. Die zouden misschien nog van pas komen. Voor het eerst in zijn leven drong het tot hem door hoe vanzelfsprekend al die voorzieningen waren. Gas, water, elektriciteit, internet, radio, televisie. En nu had hij geen idee wat er aan de hand was, hoe lang dit ging duren of wat hij moest doen. Hij moest opeens denken aan de klimaatconferentie in Kopenhagen. De regeringsleiders waren niet tot een akkoord gekomen, maar ze hadden wel een gezamenlijke verklaring opgesteld. Wat was daar eigenlijk mee gebeurd? Hij had daar niets meer over gehoord. Iedereen was weer overgegaan tot de orde van de dag. Achter de schermen zou er vast wel van alles gebeuren, maar daar hoorde je nooit wat over. Grappig, dacht Jaap, dat je aan dit soort dingen gaat denken als je in een huis zit zonder elektriciteit, water, gas en internet. Hij had opeens alle tijd om na te denken, nu hij niet op internet kon om te mailen, te surfen en zijn favoriete spel te spelen. Hij moest zo maar eens buiten gaan kijken. Maar eerst naar de wc. Zijn bekende ochtendritueel liet hem gelukkig nog niet in de steek. Toen het water uit de stortbak de ochtendproductie van zijn darmen had weggespoeld werd het stil in de wc. Geen geluid van het waterstraaltje dat de stortbak opnieuw bijvult. Nou ja, morgenochtend zou de waterleiding het toch wel weer doen?

Het was opvallend druk op straat. Veel mensen hadden op de koude ochtend van deze eerste kerstdag besloten een wandelingetje te maken. Hier en daar stonden mensen met elkaar te praten. Jaap kende eigenlijk niemand in deze buurt. Hij woonde hier nog niet zo lang en had nog geen contacten gelegd met zijn buurtgenoten. Hij zat meestal te internetten en zijn meeste contacten had hij online. In het voorbijgaan hoorde hij dat ze het hadden over de storing. Dat het probleem niet tot zijn huis beperkt was, had hij al begrepen. Overal waren de lichten uit. De kerstbomen stonden er donker en treurig bij. De kerststal met de verlichte rendieren in de voortuin van dat huis op de hoek was een donker hutje geworden.

Twee jonge mannen met rastakapsels kwamen uit het park met een bakfiets vol takken en stammetjes. Zeker aan het sprokkelen voor het oudejaarsvuur. Hij rook verbrand hout. Uit sommige schoorstenen kwam rook. Hm, een houtkachel of een open haard zou nu wel praktisch zijn geweest, dacht Jaap. Maar die had hij niet.

In het centrum stond een politieauto bij het gemeentehuis. Een groepje mensen stond eromheen. Jaap ging erbij staan. Een paar mannen waren opgewonden met elkaar aan het praten. De politieagenten keken van een afstandje toe. Jaap zag dat een van de mannen de burgemeester was. ‘Het heeft te maken met de gasvoorziening uit Rusland. Daardoor zitten niet alleen de woonhuizen zonder gas, maar zijn ook de elektriciteitscentrales uitgevallen. We weten niet hoe lang deze storing gaat duren.’ hoorde hij hem zeggen. Jaap liep verder, de winkelstraat in. Hij zag dat de ruit van de Elektronicagigant was ingeslagen. Groene glasscherven lagen in de etalage. Een paar grote LCD-tv’s waren verdwenen. Wie ging er nou tv’s stelen als de stroom is uitgevallen?

Een groep jongens met blikken bier in hun handen trok luidruchtig door de winkelstraat. Eentje pakte een steen en gooide hem tegen een winkelruit. Er sprong een ster in het glas. ‘Ze kunnen ons niks maken, hun netwerk ligt er ook uit’, hoorde hij een van de jongens joelen. Jaap sloeg een zijstraat in en liep via een omweg terug naar huis. Binnen was het koud. Hij zocht in zijn voorraadkast. Goddank, hij had nog een zak waxinelichtjes. Hij zette er twee op een schoteltje en stak ze aan. Hij haalde zijn dekbed uit de slaapkamer en nestelde zich met de transistorradio op de bank. De nationale rampenzender zou toch wel gaan uitzenden? Ze hadden daar toch wel een noodaggregaat? En hoe zat het met die windenergie? Er moesten toch delen van het land zijn waar mensen nog wel elektriciteit hadden? Maar de radio gaf nog steeds alleen maar ruis.

Onvoorstelbaar, hoeveel gedachten er in je hoofd opkomen als je geen beeldschermen meer hebt om de tijd te doden, dacht Jaap. Hij lag naar de twee kleine vlammetjes te kijken en dacht na over de hele mensheid, over zijn eigen leven, over wat hij op straat had gezien en gehoord, over Kopenhagen, over het vlees en de diepvriesmaaltijden in zijn koelkast die nu aan het ontdooien waren. Onvoorstelbaar, hoe vanzelfsprekend alles was geweest en hoe onzeker alles nu was. Hier lag hij, verstoken van warmte, water, licht en informatie. Net als hij moesten er nu miljoenen mensen in hun huizen liggen, in Nederland en misschien ook wel elders in Europa. De wereld die via televisie en internet altijd binnen handbereik was geweest was nu weer groot en onheilspellend. Hoe lang ging dit duren? Wat zou er gebeuren als hij ziek werd van de kou? Gingen die plunderingen in de winkelstraat door? Wat als alle fossiele brandstoffen op Aarde nu op waren? Wat als de politici, de bestuurders, de situatie over de energievoorraden rooskleuriger hadden voorgespiegeld uit angst voor chaos? En wat zou er gebeuren met de mensheid als alle energie op was? Hoe zouden de mensen proberen te overleven? Hoe lang zou het duren voordat ze alle bomen hadden omgehakt en opgestookt? Trouwens, als er geen energie meer beschikbaar was, zouden er ook geen auto’s, vrachtauto’s, bussen en treinen meer rijden en geen vliegtuigen meer vliegen. Dan zouden er ook geen goederen meer vervoerd worden. De winkels zouden leeg raken. Je zou ook niet kunnen pinnen. Je zou niet meer bij je geld kunnen. Hoe lang zou het duren voordat de hele wereld ontwricht zou raken? Hoeveel mensen zouden er dood gaan? Hoe lang zou hij zelf kunnen overleven?

Jaap nam zich voor dat hij anders zou gaan leven als deze toestand voorbij was. Hij zou zich actief gaan inzetten voor de wereld. Voor energiebesparing, voor alternatieve energie. Hij zou zijn tijd niet langer verdoen met geestdodende spelletjes, maar in plaats daarvan actief worden in de milieubeweging. Hij zou via internet gelijkgestemden gaan zoeken, zich aansluiten bij actiegroepen. Hij zou op een groene partij gaan stemmen. Hij zou…

Jaap werd wakker. Het was avond geworden. De waxinelichtjes waren opgebrand. Hij pakte de afstandsbediening en klikte de tv aan. Op Nederland 1 toonde de EO een kerstkoor dat gewijde liederen zong. Op Nederland 2 was een soap aan de gang. Jaap stond op en keek uit het raam. De rendieren op de hoek trokken hun arrenslee boven een sprookjesachtig verlichte kerststal. De straatlantarens brandden. Hij trok de koelkast open en zette een kant-en-klaar maaltijd in de magnetron. Vanavond maar eens die Franse rundvleesschotel met roomsaus. Het was tenslotte kerstmis.

Erik de Vries

(63 keer bekeken)